Afbouw salderingsregeling zonnepanelen | Eerste Kamer hekelt heffing Vandebron
De senatoren in de Eerste Kamer hebben opnieuw kritische vragen gesteld over het wetsvoorstel om de salderingsregeling voor zonnepanelen af te bouwen. Zo zijn ze ongerust over de extra heffing van Vandebron.
Een groot aantal senatoren heeft naar aanleiding van hun eerste vragenronde en de daarbij horende antwoorden van minister Jetten nog extra vragen gesteld.
BBB wil aandacht voor energieopslag
Zo wil de BoerBurgerBeweging (BBB) weten hoe de regering denkt te voorkomen dat door het afschaffen van de salderingsregeling het animo voor de energietransitie verder afneemt. Ook willen ze weten hoe minister Jetten invulling denkt te geven aan de motie om energieopslag te stimuleren. De BBB vraagt of minister Jetten bereid is om bovenop de beschikbare 100 miljoen euro voor huurwoningen afspraken te maken met de woningcorporaties over de financiering van gezamenlijke energieopslagmogelijkheden.
Daarbovenop wil de BBB meer garanties voor consumenten met zonnepanelen: ‘Is de regering bereid de 80 procent terugleververgoeding ook voor ten minste 8 jaar dus tot 2031 vast te leggen, zodat de kleinverbruikers meer zekerheid hebben over de gewenste terugverdientijd? Is de regering bereid maatregelen te nemen om te voorkomen dat energieleveranciers tussentijds hun vaste lasten gaan verhogen, zoals eerder gebeurde door energieleverancier Vandebron?’, besluit de partij.
GroenLinks-PvdA afbouw opschorten tot invoering Energiewet
De fractie GroenLinks-PvdA vraagt minister Jetten om een reeks extra berekeningen over de impact van de afbouw van het salderen voor zonnepaneeleigenaren. Verder wil de partij een reactie van minister Jetten op kritiek van diverse belangenorganisaties die vraagtekens plaatsen bij de berekening van TNO over de terugverdientijd van zonnepanelen.
De leden van de fractie van GroenLinks-PvdA vrezen verder dat door het afschaffen van de salderingsregeling een vermindering van de groei van zonnestroom kan ontstaan, waardoor er meer zal moeten worden geïnvesteerd in andere stroomcapaciteit zoals kolen, gas of wind. ‘Is de regering nagegaan hoeveel er dan zal moeten worden geïnvesteerd in andere stroomcapaciteit, en zo ja tegen welke kosten?’, aldus GroenLinks-PvdA.
Misschien wel de belangrijkste vraag van GroenLinks-PvdA is of het kabinet bereid is om de afbouw van het salderen op te schorten tot de Energiewet ingevoerd wordt. De fractie hierover: ‘Uiteindelijk zien we een grote toekomst voor energieneutrale en zelfs voor energieleverende wijken, doordat consumenten en bedrijven zelf stroom en warmte/kou opwekken, opslaan en aan elkaar leveren. We zijn verheugd dat de regering dit ook wil bevorderen, maar daarbij is het wachten op de Energiewet die bij de Tweede kamer is ingediend. Is het kabinet bereid de aanpassing van de salderingsregeling op te schorten en pas in samenhang met deze ontwikkelingen in te voeren?’
CDA hekelt actie Vandebron
Net als de BBB is de fractie van CDA bezorgd over extra heffing voor zonnepaneeleigenaren van energieleverancier Vandebron. ‘Berekeningen van onder andere TNO geven aan dat de terugverdientijd gemiddeld 7 jaar blijft. Echter, in augustus heeft energieleverancier Vandebron aangekondigd een extra heffing op te leggen als eigenaren van zonnepanelen hun overtollige stroom aan het net leveren. Een maandelijkse boete zogezegd van maximaal 46 euro per maand. Deze actie roept bij de leden van de CDA-fractie enkele vragen op. Welke impact heeft deze actie op de terugverdientijd van de aanschaf van zonnepanelen?’
Volgens het CDA was een van de argumenten voor de afbouw van de salderingsregeling gelegen in het feit dat de energieleveranciers de kosten die voortvloeien uit de salderingsregeling doorberekenen aan alle klanten, dus ook aan klanten zonder zonnepanelen. ‘Dit zou ongeveer 250 euro per jaar zijn. Hoe beziet de regering deze actie in relatie tot het wetsvoorstel en is de argumentatie voor deze wet nu nog steekhoudend? Op basis van de huidige wetgeving staat het energiebedrijven vrij om kosten voor klanten met zonnepanelen in rekening te brengen, mits dit de werkelijke kosten weerspiegelt. Geldt deze uitleg ook bij het aannemen van voorliggend wetsvoorstel (red. het wetsvoorstel voor de afbouw van het salderen)? Zo niet, welke acties onderneemt de regering tegen de energiebedrijven? Zo ja, betekent dit dan dat de mensen met zonnepanelen nu 2 keer geraakt worden: afbouw salderingsregeling en extra kosten door energiebedrijven (zoals nu door Vandebron)?’
D66 wil extra zekerheden
Ook D66 vraagt aandacht voor de acties van energiebedrijven richting consumenten met zonnepanelen en in het bijzonder de invoering van vaste terugleveringskosten door Vandebron. ‘Kan de regering aangeven op welke wijze de Autoriteit Consument en Markt in de huidige situatie en in de situatie na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel toezicht kan houden op de hoogte van deze terugleverkosten?’
Bovendien vreest D66 dat energiebedrijven de redelijke terugleververgoeding voor zonnepaneeleigenaren teniet gaan doen. ‘De leden van de D66-fractie voorzien nu de mogelijkheid dat energieleveranciers enerzijds aan de wettelijke redelijke vergoeding voldoen, maar deze anderzijds via terugleverkosten of een andere tariefcomponent weer ondergraven. Daarmee zou de redelijke vergoeding uit het wetsvoorstel in de praktijk alsnog lager kunnen uitpakken dan beoogd. Kan de regering onderbouwen of dit risico al dan niet bestaat?’
De fractie stelt vast dat het wetsvoorstel een grondslag bevat om via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) aanvullende regels te stellen over de berekening van de leveringskosten en over de redelijke vergoeding voor teruggeleverde zonne-energie. D66 wil weten of op deze manier ook tariefcomponenten van energiebedrijven die de redelijke vergoeding ondergraven– zoals de heffing van Vandebron – te verbieden of anderszins onmogelijk te maken.
Partij voor de Dieren vraagt aandacht voor kosten
De Partij voor de Dieren (PvdD) wil van minister Jetten weten of de salderingsregeling weer wordt hersteld als zonnepanelen opeens toch duurder blijken te zijn dan verwacht. Ook vragen ze of er onderzoek is gedaan naar de – financiële – stimulering van thuisbatterijen of andere vormen van energieopslag door kleingebruikers om eventuele overbelasting op het stroomnet op te kunnen vangen.
OPNL twijfelt aan terugverdientijd
Onafhankelijke Politiek Nederland (OPNL) twijfelt of de terugverdientijd van zonnepanelen bij afbouw van het salderen niet boven de 7 jaar zal uitkomen. ‘Milieu Centraal constateerde dat in de toekomst mogelijk een terugverdientijd van wel 25 jaar zou kunnen gelden indien er een samenloop zal zijn met andere heffingen van energiebedrijven. Welke mogelijkheden ziet de regering om de beoogde terugverdientijd van ten hoogste 7 jaar te kunnen garanderen indien het wetsvoorstel zal worden ingevoerd?’
3 maanden
Minister Jetten en zijn ambtenaren zullen in de komende periode de vragen van de senatoren van de Eerste Kamer gaan beantwoorden. In tegenstelling tot de Tweede Kamer, heeft de Eerste Kamer in haar Reglement van Orde geen maximale termijn vastgelegd waarbinnen ministers vragen moeten beantwoorden. De eerste reeks vragen werd door minister Jetten pas na 3 maanden beantwoord.